Plaatsing in de gesloten jeugdzorg, ook wel JeugdzorgPlus genoemd, is enkel mogelijk in uiterste situaties en als het inzetten van andere lichtere vormen van hulp geen optie meer is. Bijvoorbeeld als een jeugdige zich onttrekt aan noodzakelijke hulp of door anderen wordt onttrokken aan hulp en wanneer de jeugdige een gevaar voor zichzelf en/of de omgeving vormt.
De kinderrechter kan dan gevraagd worden een machtiging af te geven voor plaatsing in een JeugdzorgPlus voorziening. Een verzoek kan ingediend worden op 3 manieren:
– In een vrijwillig kader, met instemming van de ouder(s) met gezag. Het verzoek wordt gedaan vanuit de gemeente
– In een niet vrijwillig kader, met een verzoek vanuit de Raad voor de Kinderbescherming
– In een gedwongen kader, als er sprake is van een ondertoezichtstelling of voogdijmaatregel met een verzoek vanuit een gecertificeerde instelling (jeugdbescherming)
Een JeugdzorgPlus plaatsing kan dus alleen worden ingezet als een kinderrechter een machtiging hiertoe afgeeft. Dit wordt een machtiging gesloten jeugdhulp genoemd. Binnen de juridische procedure om deze machtiging te krijgen, krijgt de jeugdige altijd een advocaat toegewezen. Het verzoek moet ook beoordeeld worden door een onafhankelijke, daartoe bevoegde, psycholoog. Deze deskundige gaat met de jeugdige in gesprek, waarna er een verslag wordt geschreven en de deskundige wel of niet instemt met de JeugdzorgPlus plaatsing. Dit heet een instemmingsverklaring. Zonder instemming van deze deskundige kan de kinderrechter geen machtiging afgeven en is een JeugdzorgPlus plaatsing niet mogelijk. Als de kinderrechter een JeugdzorgPlus plaatsing noodzakelijk vindt en een machtiging gesloten jeugdhulp afgeeft, meldt het Expertise team Complexe zorg de jongere aan bij een JeugdzorgPlus instelling.